Uitgangspunten windenergie
De gemeenten willen windenergie binnen hun gemeenten ontwikkelen onder de volgende voorwaarden:
- De omgeving heeft een actieve en betrokken rol bij de ontwikkeling en de exploitatie van windturbines.
- a. De opbrengsten (€ en kWh) van windturbines moeten maximaal terugvloeien in de gemeenschap.
b. Bij voorkeur wordt een substantieel deel coöperatief ontwikkeld. - De windturbines moeten op een goede plek komen, bezien vanuit een goede ruimtelijke ordening (goede functiecombinatie en landschappelijke inrichting). Hierin is de gemeente initiërend om in samenspraak met haar omgeving kansrijke ontwikkelgebieden te bepalen.
- Grondspeculatie moet worden voorkomen door:
a. In het zoekgebied één samenhangend project, windmolenpark, te ontwikkelen.
b. De bebouwde en onbebouwde gronden noodzakelijk voor de realisatie van windenergie te zien als een samenhangend complex: het windmolenpark.
c. Alle grondeigenaren van het windmolenpark een eerlijke grondvergoeding te geven. - In de gemeente wordt tenminste 1 windenergie locatie ontwikkeld van 4-5 windturbines.
- Gemeenten werken samen aan de vorming van windenergiebeleid.
- Gemeenten werken samen aan de ontwikkeling van grens overschrijdend locaties.
- De Provincie ondersteunt gemeenten bij de samenwerking en de uitwerking van bovenstaande uitgangspunten en maken daarover afspraken met gemeenten betreffende mijlpalen, wederzijdse rollen en taken in het uitvoeringsproces.
Toelichting uitgangspunt 2b: Realisatie coöperatief verband
In Midden-Limburg zijn veel energiecoöperaties actief: Weert Energie, Peel Energie, Zuidenwind en Leudal Energie. Deze hebben zich nu verenigd in Rescoop Limburg een nieuwe coöperatie die als doelstelling heeft om nieuwe windparken in Limburg te ontwikkelen. In gemeenten waar coöperaties actief zijn worden aantoonbaar resultaten geboekt op het gebied van energiebesparing en energielevering. De coöperaties spelen daardoor een belangrijke rol in de energietransitie. Maar er zit nog veel meer achter. Er ontstaan nieuwe samenwerkingsverbanden en dat is goed voor de sociale cohesie in de gemeenschappen. Het zelf opwekken en leveren van energie door coöperaties vormt een voortdurende uitdaging om te komen tot innovatieve technische oplossingen en nieuwe verdienmodellen. Het levert op de korte en lange termijn geld op dat de leden van de coöperatie weer kunnen investeren in energiebesparing of- opwekking maar ook op andere wijze ten goede kunnen laten komen aan de gemeenschap.
Toelichting uitgangspunt 4: Voorkomen grondspeculaties
De 4 gemeenten willen grondspeculaties voorkomen om de volgende redenen:
Dit willen zij doen door: In het zoekgebied één samenhangend project, windmolenpark, te ontwikkelen.
In de gemeente wordt tenminste 1 windenergie locatie ontwikkeld van 4-5 windturbines.
- Voorkomen dat individuele grondafspraken gaan conflicteren in een gebied
- Voorkomen dat grondafspraken alleen over de gronden gaan waarop de molens komen te staan en niet over de gronden waarop de molen ook impact heeft (ook voorkomen afgunst in gebied)
- Voorkomen dat de inrichting van een gebied door individuele grondafspraken wordt bepaald in plaats vanuit het oogpunt van goede ruimtelijke ordening.
- Hiermee worden partijen gedwongen samen te werken en dient goede ruimtelijke ordening als basis voor de ontwikkeling. De bebouwde en onbebouwde gronden noodzakelijk voor de realisatie van windenergie te zien als een samenhangend complex: het windmolenpark.
- Hiermee wordt erkend dat niet alleen de exacte locatie en grond waarop de windturbine komt te staan noodzakelijk is voor de windontwikkeling maar ook de gronden daar omheen.
- Alle grondeigenaren van het windmolenpark een eerlijke grondvergoeding te geven.
- Een uitwerking van 2. Alle grondeigenaren ontvangen een vergoeding en niet alleen de eigenaar van het perceel waar de windmolen fysiek komt te staan.