Beleidsplan openbare verlichting

voor de periode 2023-2027

1. Aanleiding

Het huidige beleidsplan Openbare Verlichting heeft een looptijd van 2016-2020.
Eind 2019 is een motie aangenomen om te bekijken of door de plaatsing van extra verlichting in het buitengebied de verkeersveiligheid en ook sociale veiligheid en leefbaarheid met duurzame verlichting verbeterd kan worden.
Er is gewacht op het nieuwe beleidsplan openbare verlichting om antwoord te geven op de motie.
In het nieuwe coalitieprogramma “Goed voor elkaar” is opgenomen een nieuw beleidsplan op te stellen inclusief een adequaat investeringsprogramma. Aan de dorpsraden is vervolgens gevraagd of er wensen zijn ten aanzien van de openbare verlichting. Deze wensen zijn in het uitvoeringsplan (hoofdstuk 5) opgenomen.

2. Terugblik

Het huidige beleidsplan Openbare Verlichting heeft een looptijd van 2016-2020.
Eind 2019 is een motie aangenomen om te bekijken of door de plaatsing van extra verlichting in het buitengebied de verkeersveiligheid en ook sociale veiligheid en leefbaarheid met duurzame verlichting verbeterd kan worden.

2.1. Beleid 2016 - 2022

Voor de periode 2016 tot en met 2020 is een Beleidsplan openbare verlichting vastgesteld. De belangrijkste resultaten:

  • Bijna alle armaturen zijn verduurzaamd.
  • Alle armaturen zijn op Nacht gezet zodat de openbare verlichting de gehele nacht blijft branden.
  • Alle nieuwe armaturen zijn voorzien van een dimregime zodat het energieverbruik in de late avond en nachtelijke uren fors verminderd wordt.
  • Oudere lichtmasten zijn op stabiliteit beproefd, om de levensduur op een verantwoorde manier te kunnen verlengen.
  • In de uitbreidingsplannen zijn lichtmasten bijgeplaatst.

2.2. Areaal

Het Openbare VerLichtings (OVL)-areaal binnen de gemeente Nederweert is als volgt samengesteld (peildatum augustus 2022):

  • Aantal lichtmasten: 3.452 stuks
  • Aantal armaturen: 3.500 stuks
  • Aantal lichtbronnen: 3.500 stuks

Genoemde aantallen betreffen de verlichtingsobjecten in het beheer van de gemeente en zijn een momentopname. De ANWB-vlaggen, infoborden en abri’s zijn niet in deze aantallen opgenomen, omdat ze geen deel uitmaken van de openbare verlichting. Deze objecten drukken echter wél op de exploitatie van openbare verlichting.

Vanuit de areaalgegevens (peildatum augustus 2022) blijkt dat van 219 armaturen de theoretische vervangingstermijn van 20 jaar is overschreden. Hiervan zijn 213 armaturen voorzien van een retrofit LED-oplossing, het vervangingsmoment van deze armaturen wordt uitgesteld naar het vervangingsmoment van deze retrofit LED-oplossing (2032-2034). De overige 6 armaturen zullen nader onderzocht moeten worden, om vast te stellen of hier daadwerkelijk nog een conventionele lamp in zit, of toch een retrofit LED-lamp (mutatiefout).

Er zijn geen masten waarvan de theoretische vervangingstermijn van 60 jaar is overschreden. Na beproeving worden incidenteel enkele masten vervangen.

De vervangingswaarde van de gehele bovengrondse OVL-installatie in de gemeente bedraagt ongeveer € 4,0 miljoen, inclusief de uitvoeringskosten voor vervanging. Bij deze berekening zijn we uitgegaan van een gewogen gemiddeld tarief voor masten en armaturen. Kosten voor arbeid, leverantie en de kosten van de netbeheerder zijn hierbij ook inbegrepen.

2.3. Energieverbruik en Klimaatakkoord

Nationaal zijn er energiebesparingsdoelstellingen, het zogenaamde “Energieakkoord”, vastgesteld die de ambitie hebben op het terugdringen van het energieverbruik van de OVL-installatie.
Naar schatting verbruikt OVL in ons land 1,5 procent1 van de elektriciteit.
In het SER-Energieakkoord staan de volgende doelstellingen genoemd voor openbare verlichting (OVL) en verkeersregelinstallaties (VRI's), deze doelstellingen zijn overgenomen in het Klimaatakkoord 2019:

  • 20% energiebesparing bij OVL en VRI's in 2020 ten opzichte van 2013;
  • 50% energiebesparing bij OVL en VRI's in 2030 ten opzichte van 2013;
  • 40% van de OVL is voorzien van slim energiemanagement in 2020;
  • 40% van de OVL is energiezuinig in 2020. 

De landelijke ambitie is om in het jaar 2030, minimaal 50% energiebesparing te hebben bereikt ten opzichte van 2013. Om deze ambitie te kunnen monitoren stelt Rijkswaterstaat een MonitoringOVLVRI-lijst ter beschikking, waarin de gegevens m.b.t. lamptypen, lampvermogen, schakeltijden en dimregime worden opgenomen.

Het jaarverbruik in 2013 was 475.000 kWh. Het berekende verbruik in augustus 2022 is 285.000 kWh, een besparing van 40% ten opzichte van 2013. De doelstelling in het Klimaatakkoord is 50% in 2030, dit percentage wordt niet bereikt. De reden dat de doelstelling niet wordt bereikt is dat de gemeente vóór 2013 al heeft geïnvesteerd in energiezuinige PL-verlichting.

De doelstelling 20% besparing in 2020 ten opzichte van 2013 en 40% besparing in 2020 en 40% van de armaturen heeft slim energie management (dimmers) in 2020 zijn wel behaald.

3. Beleidskeuze

3.1. Doel van openbare verlichting

Het doel van het beleidsplan OVL is gebaseerd op de visie dat in een ideale situatie de OVL optimaal bijdraagt aan de verkeersveiligheid en de sociale veiligheid. Het energieverbruik dient zo laag mogelijk te zijn en er wordt gestreefd naar duurzame oplossingen. Het doel van het vaststellen van beleid is om een kader te scheppen waarbinnen de openbare verlichting effectief, kostenefficiënt en milieubewust in stand wordt gehouden. Dit alles binnen de daarvoor geldende wettelijke bepalingen en richtlijnen.

Verlichting zorgt ervoor dat wij in staat zijn bij duisternis de omgeving waar te nemen. Openbare verlichting (OVL) moet zaken zichtbaar maken, die voor een veilig en doelmatig gebruik van de openbare ruimte van belang zijn. Het doel van openbare verlichting is om optimaal bij te dragen aan de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de kwaliteit van de openbare ruimte (leefbaarheid).
Belangrijke randvoorwaarden daarbij zijn; een zo laag mogelijk energieverbruik, het toepassen van duurzame oplossingen en borging van een veilige en goed functionerende installatie. Dit alles tegen verantwoorde kosten en een zo laag en duurzaam mogelijk energieverbruik.

De gemeente is als eigenaar verantwoordelijk voor de verlichting van de openbare ruimte die in eigendom of in beheer zijn van de gemeente. Hierin is een hoofdtaak weggelegd. De gemeente kan in het kader van het Burgerlijk Wetboek aansprakelijk gesteld worden voor het niet naar behoren functioneren van de openbare verlichting.

De OVL moet voldoen aan de wettelijke kaders die daarvoor zijn gesteld. Relevant zijn de Elektriciteitswet, de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet), installatie-verantwoordelijkheid, Wet Informatie-uitwisseling Boven en Ondergrondse netten + Netwerken (WIBON), regelgeving met betrekking tot werken in vervuilde grond en Europese regelgeving over te gebruiken producten.
Aanvullend op de wettelijke kaders zijn er nog richtlijnen en aanbevelingen die het merendeel van de gemeenten als uitgangspunt voor hun (OVL)-beleid hanteren, zoals de praktijkrichtlijn ‘Kwaliteitscriteria Openbare Verlichting’ NPR13201.
 

OVL is het geheel aan masten, armaturen, lampen en kabels om openbaar toegankelijk gebied te verlichten. De gemeente is eigenaar van het bovengrondse gedeelte van de OVL. De netbeheerder (Enexis in de gemeente Nederweert) is eigenaar van het ondergrondse gedeelte. Een beperkt gedeelte van het voedingsnet is in eigendom van de gemeente. Tot het ondergrondse gedeelte behoren de (ondergrondse) kabels, de aansluiting en de systemen om verlichting in- en uit te
schakelen. In onderstaande figuur is de samenhang tussen de onderdelen van een lichtobject weergegeven.

Armatuur

Tekst afbeelding: Een lichtpunt bestaat uit vier onderdelen:

  • lamp (lichtbron): zorgt voor de verlichting
  • armatuur: behuizing van de lichtbron
  • mast: houder van het armatuur
  • kabel: zorgt voor de aanvoer van elektriciteit

Sociale veiligheid

Het gevoel van veiligheid ontstaat vooral wanneer de openbare ruimte als overzichtelijk wordt ervaren. Dit houdt onder meer in dat men de aanwezigheid van andere gebruikers kan zien en op voldoende afstand kan herkennen en hun intenties kan inschatten. Deze overzichtelijkheid ontbreekt als het zicht niet vrij is. Denk aan pilaren in een tunnel of donkere struiken. Er moet afstemming zijn tussen de openbare ruimte en de verlichting.
Naast de verlichtingssterkte speelt gelijkmatigheid van het licht een belangrijke rol. Als er veel donkere plekken in een verder verlicht oppervlak zijn, wordt dit als onveilig ervaren. De onderlinge mastafstand en lichtpunthoogte is bepalend voor de gelijkmatigheid van de verlichting.

Verkeersveiligheid

Goede openbare verlichting stelt weggebruikers in staat zich veilig te verplaatsen, waarbij medeweggebruikers, obstakels, oneffenheden van het wegdek en het verloop van de weg goed kunnen worden waargenomen. Ook hier is gelijkmatigheid van de verlichting weer van belang. Als deze sterk varieert, beïnvloedt dit negatief het waarnemingsvermogen van de weggebruiker door het aanpassingsvermogen van het oog.
Naast gelijkmatigheid is het niveau van de verlichting een belangrijke variabele. Het verlichtingsniveau wordt aangepast aan de wegcategorie en de verkeerssituatie. Drukke doorgaande wegen verlangen een hoger verlichtingsniveau dan wegen die minder vaak gebruikt worden.
Daarnaast wordt het verlichtingsniveau vaak verhoogd bij conflictgebieden, denk aan kruispunten of voetgangersoversteekplaatsen. Goede verlichting kan een onoverzichtelijke situatie een stuk veiliger maken.

Leefbaarheid

Leefbaarheid heeft betrekking op herkenbaarheid, sfeer en/of het benadrukken van het bijzondere karakter van de openbare ruimte. Dit wordt bevorderd als gebruikers van de ruimte zich prettig voelen en de behoefte ervaren om in de ruimte te zijn. Het bijzondere karakter van de openbare ruimte kan zowel in donkere als in lichte momenten met behulp van de verlichtingsmaterialen tot uitdrukking worden gebracht. Denk aan het plaatsen van modern vormgegeven verlichting op het centrumplan.

Functionele verlichting beïnvloedt de leefbaarheid; negatief als de installatie niet functioneert (niet brandend, scheef en/of beschadigd) en positief als het onderhoud netjes wordt bijgehouden. Verlichting kan sfeer verhogend werken door middel van een weloverwogen lichtkleur.
Het aanlichten van gebouwen en het gebruik van bijzondere verlichting zal de kwaliteit en de leefbaarheid van de openbare ruimte verbeteren.

3.2. Wat zijn de uitgangspunten?

Aan de hand van de evaluatie van het huidige beleid en de beschreven gewenste situatie, visie en keuzes is een beleid geformuleerd. Het beleid betekent voortzetting van de huidige uitgangspunten en toevoegingen van actuele inzichten, en kent de volgende hoofduitgangspunten.

3.2.1. Algemeen

  • De openbare verlichting wordt in overeenstemming met de Nederlandse richtlijn (NPR 13201:2017) ontworpen en geplaatst; De gemeente wil in bepaalde gebieden de duisternis bevorderen. In het buitengebied wordt terughoudend met verlichting omgegaan en geldt het principe “Niet verlichten, tenzij…”.
  • Openbaar gebied met een recreatief karakter zoals natuurgebied en parken wordt niet, of terughoudend, verlicht;
  • Voor de afweging om te verlichten en met welk lichtniveau, en als om verkeers- en/of sociale veiligheid toch verlichting noodzakelijk is worden de determineertabellen uit de richtlijn gehanteerd. Bij (nieuwe) doorgaande routes in het buitengebied wordt enkel orientatieverlichting geplaatst. Uitzondering hierop kunnen zijn het bijplaatsen van nieuwe lichtmasten op doorgaande, drukbezochte verbindingsroutes. De gemeente verlicht geen particulier terrein;
  • De gemeente volgt de richtlijnen NEN1010 en NEN3140 voor de elektrische veiligheid bij aanleg en instandhouding van haar areaal, voor het deel waar zij aansprakelijk voor is;
  • In strijdige situaties tussen energiebesparing en veiligheid prevaleert de veiligheid;
  • De gemeente gaat door met verdere verlaging van het energieverbruik van de OVL en onderschrijft de doelstelling van het Klimaatakkoord;
  • De gemeente monitort de energiereductie jaarlijks;
  • De gemeente koopt uitsluitend duurzame “groene stroom” in;
  • Vervanging van materialen vindt plaats op basis van ouderdom. Aanvullend wordt op basis van energieverbruik gekeken welke armaturen moeten worden vervangen.

3.2.2. Ontwerp

  • De functie van de openbare ruimte bepaalt in belangrijke mate de noodzaak en de wijze van verlichten. De praktijkrichtlijn ‘Kwaliteitscriteria Openbare Verlichting’ NPR13201 (NPR) wordt gebruikt om de noodzaak van verlichting te kunnen bepalen;
  • Bij de vervanging van de bestaande masten streeft de gemeente er zo veel mogelijk naar dat de bestaande locatie wordt hergebruikt, om hogere kosten te voorkomen. Als de openbare ruimte integraal wordt aangepast, kan verplaatsing van masten wel plaatsvinden;
  • Toepassing van ledverlichting in neutraal wit (4000K) is de standaard;
  • Het plaatsen van armaturen voor het aanlichten van objecten zo dicht mogelijk bij het object dat moet worden verlicht;
  • Lichtmasten zoveel als mogelijk plaatsen waar bewoners geen lichthinder ondervinden (dus niet ter hoogte van ramen ed.), masten plaatsen ter hoogte van de scheiding van perceelgrenzen. Of het plaatsen van afscherming ter voorkoming van lichthinder;
  • De gemeente is terughoudend bij nieuwe aanvragen voor het aanstralen van monumenten en kunstwerken;
  • Afwijkingen op de ontwerprichtlijnen worden uitsluitend in overleg met, en na goedkeuring door, de beheerder OVL uitgevoerd.

3.2.3. Aanleg

  • De gemeente streeft, waar mogelijk, de doelstellingen vanuit het Klimaatakkoord na en koopt 100% duurzaam in;
  • Bij vervanging naar led armaturen past de gemeente standaard statisch dimmen toe om het energieverbruik verder terug te dringen. In de gemeente wordt voornamelijk dimregime 2A toegepast (50% dimmen na 00.00 uur).

3.2.4. Materialen

  • Verlichtingsoplossingen worden uniform door het toepassen van gestandaardiseerd materiaal. De toepassing van standaard materiaal is afhankelijk van de uitstraling van het openbaar gebied.
  • De gemeente gaat door met de uitrol van LED-armaturen bij nieuwbouw, incidentele vervanging bij schade en defecten, en geplande vervangingen bij einde theoretische vervangingstermijn;
  • De gemeente maakt gebruik van thermisch verzinkte stalen masten, die financieel in 45 jaar worden afgeschreven. Als lichtmasten (met lichtpunthoogte ≥6,5m) langer dan 45 jaar staan, dan wordt de stabiliteit van de mast gemeten. Goedgekeurde masten worden door het meetbedrijf voor zes jaar gegarandeerd, afgekeurde masten worden vervangen.
    Masten ouder dan 60 jaar worden in principe altijd vervangen;
  • Nieuw toe te passen producten (lichtmasten en armaturen) voldoen aan het landelijk criterium voor duurzaam inkopen en zijn voorzien van een CE-keurmerk;
  • De gemeente kiest ervoor dat armaturen bij nieuwbouw en vervanging van afgeschreven armaturen (nog) niet worden voorzien van een Zhaga connector, tenzij de armaturen standaard (af-fabriek) al zijn voorzien.

Onderhoud

  • De gemeente contracteert met een aanbesteding een aannemer, die het onderhoud verzorgt aan de installatie van de gemeente. Nakoming van overeengekomen oplostermijnen wordt actief gemonitord door de beheerpartner van de gemeente. De gemeente of haar beheerpartner controleert de werkzaamheden en voert inspecties uit;
  • Het zo veel als mogelijk gecombineerd uitvoeren van (onderhouds-)werkzaamheden met overige disciplines (bv het gebruik maken van wegafzettingen bij het onderhoud van wegen);
  • Het, op basis van kosten, baten en kwaliteit, planmatig en groepsgewijs vervangen van verlichtingsmiddelen op het meest economische moment;
  • Nieuwe lichtmasten worden niet geschilderd, uitgezonderd masten in centrumgebieden;
  • Reeds geschilderde lichtmasten worden periodiek, eens per 8 jaar, geschilderd;
  • Het reinigen van LED-armaturen (lichtpunthoogte >8m) ter bevordering van de warmtehuishouding, bijvoorbeeld eens per zes jaar, is een aandachtspunt voor de toekomst;
  • De installatiekwaliteit wordt periodiek gecontroleerd en incidenteel tijdens het correctief onderhoud;
  • Van de onderhoudspartner wordt verwacht dat zij zo veel als mogelijk vrijkomende materialen hergebruikt en dat zij materialen afvoert naar een erkende verwerker.
  • Het onderhoud van de aanstraalverlichting komt ook voor rekening van de exploitatie openbare verlichting.

3.2.6. Beheer

  • De gemeente voert regie, bijgestaan door marktpartijen. Het dagelijkse administratieve beheer is bij Nobralux belegd. Er vindt controle op de kosten van de aannemer plaats, en wordt er steekproefsgewijs controle gedaan op de uitvoering.
  • Sportveldverlichting behoort niet tot het beheer van de openbare verlichting;
  • Voor het aanbrengen van objecten aan lichtmasten dient de beheerder toestemming te verlenen rekening houdend met bevestiging en windbelasting van de mast;
  • De beheerder OVL van de gemeente stelt kaders aan de elektrische eigenschappen van de aansluiting en het aan te sluiten object. Voor het aanbrengen van elektrische objecten dient een overeenkomst gesloten te worden. De beheerder OVL is te allen tijde bevoegd de randvoorwaarden aan te passen op basis van nieuwe/gewijzigde inzichten of regelgeving;
  • Het schadeverhaal is extern belegd. Aanrijdschades worden - zoveel mogelijk - verhaald op de veroorzaker. Als deze onbekend blijft, worden schades verhaald bij het Waarborgfonds Motorverkeer.

3.3. Risico’s en Aansprakelijkheid

Richtlijn NPR 13201

De Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV) heeft in samenwerking met NEN de praktijkrichtlijn ‘Kwaliteitscriteria Openbare Verlichting’, NPR 13201:2017 opgesteld (hierna te noemen NPR). Deze NPR vervangt de Richtlijn Openbare Verlichting (ROVL) uit 2011. De richtlijn is gebaseerd op Europese normen (2015) en aangevuld met ervaringen uit de ROVL-2011.

Met deze richtlijn zijn er voor beheerders praktische handvatten beschikbaar om beleidskeuzes in relatie tot diverse kwaliteitsaspecten en energiebesparing te kunnen maken voor verlichting in de openbare ruimte. De richtlijn wordt in veel gemeenten als leidraad voor de OVL gehanteerd.
Het soort openbare verlichting wordt bepaald door de gemeentelijke gebiedsindeling en de functie van de weg (verkeer of verblijf). Om de kwaliteit van de verlichting te bepalen bevat de NPR determineertabellen. Op basis van de inrichting, het doel en het gebruik van de openbare ruimte wordt een indicatie gegeven voor de te hanteren verlichtingsklasse.

Het toepassen van de richtlijn is geen wettelijke verplichting. In Nederweert voldoet de verlichting in de woonkernen niet overal aan de richtlijn. De gemeente kiest ervoor om in bestaande situaties waar mogelijk aan de richtlijn te voldoen. In situaties waarbij dit niet mogelijk is zonder uitbreiding of verplaatsen van lichtmasten, kiest de gemeente ervoor om niet aan de NPR te voldoen omdat het bijplaatsen en verplaatsen van verlichting erg kostbaar is.

Aansprakelijkheid

De gemeente is als eigenaar verantwoordelijk voor de verlichting van de openbare ruimte die in eigendom of in beheer zijn van de gemeente. De gemeente kan in het kader van het Burgerlijk Wetboek aansprakelijk gesteld worden voor het niet naar behoren functioneren van de OVL. Hoewel het wettelijk niet is vastgelegd dat een weg of openbare ruimte verlicht moet worden, kan het ontbreken van verlichting of onjuiste verlichting wel worden aangemerkt als het plegen van een onrechtmatige daad, waaruit schadeplichtigheid kan ontstaan.
Hoewel het areaal in Nederweert relatief oud is, levert dit geen groter risico op omdat de lichtmasten periodiek beproefd worden.

In de onderstaande tabel is weergegeven op welke wijze de gemeente dit risico heeft beperkt en daarmee ook haar aansprakelijkheid heeft beperkt.

Aansprakelijkheid kan beperkt
worden door:
De gemeente heeft dit als volgt geregeld:
Het periodiek en systematisch
uitvoeren van inspecties en
onderhoud.
Het onderhoud van de OVL wordt verzorgd door de
onderhoudsaannemer. De gemeente of haar beheerpartner
controleert de werkzaamheden en voert inspecties uit.
Een systeem van planmatig
beheer (meerjaren
vervangingsplan, beleidsplan).
De gemeente heeft in de afgelopen jaren een
vervangingsplan uitgevoerd, en stelt op basis van het
beleidsplan een meerjaren vervangingsplan op.
Een goed werkend
klachtensysteem.
Meldingen van burgers worden telefonisch of via de website
aangenomen. Deze meldingen worden geregistreerd in het
beheersysteem waarna de onderhoudsaannemer de storing
verder afhandelt.
Snel handelen bij het verhelpen
van schades en storingen.
In het onderhoudsbestek zijn termijnen opgenomen
waarbinnen storingen door de aannemer moeten worden
opgelost. De gemeente en haar beheerpartner sturen actief
op oplostermijnen, bij overschrijding kunnen kortingen
opgelegd worden.

4. Innovaties

4.1. Slimme verlichting (smart lighting)

Vanaf de introductie van led armaturen in 2008 heeft het gebruik van led een vlucht genomen. In minder dan 10 jaar tijd is de gehele OVL-vervangingsmarkt overgegaan van conventionele verlichting naar LED-verlichting. Achtergrond hiervan zijn de duidelijke voordelen van ledverlichting. Deze voordelen zijn met name de lagere exploitatiekosten. Het op afstand aansturen van verlichting via het internet kent ongeveer eenzelfde ontstaansmoment. De overgang naar deze slimme verlichting heeft een veel minder snelle ontwikkeling doorgemaakt.

4.2. Voordelen slimme verlichting

Nieuwe technologie verandert het beheer van de openbare verlichtingsinstallatie. Door connectiviteit via het internet is het mogelijk op afstand openbare verlichting te besturen. Dit maakt het mogelijk om vanachter een computer te communiceren met het lichtpunt.
Met behulp van deze technologie kan:

  • Online het verlichtingsniveau worden gedimd, eventueel dynamisch via sensoren;
  • Het energieverbruik per lichtmast exact worden vastgesteld;
  • Storingen automatisch worden gesignaleerd.

Met behulp van dergelijke systemen kan het energieverbruik verder naar beneden worden gebracht.
Doordat storingen online kunnen worden waargenomen, zijn aan/uit controles (schouw) niet meer nodig en kunnen storingen snel worden verholpen. Gevolg is dat een groter deel van de installatie - dan nu het geval is - ook daadwerkelijk doet waarvoor zij is neergezet.
In onderstaande tabel zijn de voordelen uitgewerkt. Deze voordelen zijn geclusterd in vijf categorieën, omdat sommige voordelen in elkaars verlengde liggen. Ook is per voordeel aangegeven of het voordeel een kostenbesparing oplevert (Euro), of dat de toepassing leidt tot meer duurzaamheid, veiligheid of comfort. Waarbij comfort betrekking heeft op de eindgebruiker, maar ook op comfort of gemak van de gemeente of de beheerder zelf.

 EuroDuurzaamVeiligComfort
Storingen real time zichtbaar / bekend    
Alle kapotte verlichting sneller bekend (én opgelost)  XX
Minder meldingen bij het KCC van de gemeenteX XX
Schouwrondes niet meer nodigX   
Gericht oorzaak van de storing bekendX  X
Dim mogelijkheden / Real time verlichten    
Makkelijker om meer te gaan dimmenXX X
Verlichten op basis van bijv. verkeersintensiteitXXX 
Evenementen verlichtenX  X
Incidenten verlichtenX X 
Kleuren verlichting   X
Areaalgegevens automatisch beschikbaar / bijgewerkt    
Handmatig inventariseren niet meer nodigX   
Handmatig muteren niet meer nodigX   
Voorspelbaar onderhoud    
Mogelijkheid om storingen te gaan voorspellenX   
Investeren in oplossingen voor de toekomst    
Ervaringen opdoen   X
Imago   X
Infrastructuur voor smart cityXX X

Opvallend is dat sommige voordelen zeer concreet zijn en direct worden gerealiseerd. Denk aan ”Alle kapotte verlichting sneller bekend” en dat sommige van de genoemde voordelen meer een opmaat zij tot mogelijkheden in de toekomst. Denk aan “Mogelijkheid om storingen te gaan voorspellen”.

4.1.2. Nadelen slimme verlichting

Naast de voordelen zijn ook de nadelen in beeld gebracht. Ook deze zijn in onderstaande tabel geclusterd in categorieën:

 EuroDuurzaamVeiligComfort
Risico's    
Risico op meer (i.p.v. minder) storingenX XX
Risico op meer (onvoorziene) kostenX  X
Risico op het niet voldoen aan de verwachtingenX  X
Onzekerheid over de toekomstvastheid van de techniekX   
Beperkt aantal succesvolle implementaties   X
Complexiteit    
Nieuwe technieken, nieuwe problemenX  X
Kennis en vaardigheden van de OVL aannemerX   
Meer complexiteit en dus meer kansen op foutenX X 
Moeilijk om te kiezen uit het grote aanbod van oplossingen   X
Extra investeringen    
Eenmalige kostenX   
Doorlopende kostenX   
Het is anders (dan gewend)    
Wat betekent dit voor het werk van de OVL beheerder   X
Onbekend maakt onbemind   X

4.1.3. Investering en opbrengsten

Aan de hand van de analyse van de voor- en aandelen moet worden gekeken naar de investeringen
en de opbrengsten. Uit de analyse blijkt dat de hoogte van de investeringen afhankelijk is van de
gekozen techniek, de leverancier en de gewenste functionaliteit. Ook is de hoogte van de kosten
afhankelijk van de lokale situatie.

  • Storingskosten worden gereduceerd. Het is echter lastig inzichtelijk te maken in hoeverre de reductie wordt veroorzaakt door de nieuwe LED-installatie of de “verslimming” van de installatie.
  • Energiekosten worden bespaard door dimmen en bewegingsdetectie. De hoogte van de besparing van energiekosten is afhankelijk van de ingestelde dynamische dimscenario’s en het feit of er voorafgaand al statisch werd gedimd.
  • Doordat storingen automatisch worden gemeld, leidt dit tot een reductie van de klachten en meldingen, maar het blijkt lastig te kwantificeren.
  • Omdat de gemeente Nederweert een onbemeten net heeft, zijn forse investeringen nodig om te bemeten, en zodoende te kunnen profiteren van de werkelijke besparing op energieverbruik door “verslimming”.

4.2. Zhaga connector

Bij de vervanging van bestaande armaturen kan ervoor worden gekozen dat de armaturen worden voorzien van een zogenaamde Zhaga connector. Dit is een door alle leveranciers toepasbare universele aansluitvoorziening waarmee later het armatuur alsnog kan worden voorzien van een connector en er dus connectiviteit tot stand kan worden gebracht. Zij hoeft dan niet het armatuur in zijn geheel te vervangen. Het lijkt erop dat leveranciers zich conformeren aan deze standaard en dat dit op lange termijn de standaard zal worden.

4.3. Conclusie

Slimme openbare verlichting biedt verschillende voordelen en een aantal nieuwe nadelen nu en in de toekomst. Het is voor iedere gemeente nader te bepalen welke meerwaarde slimme verlichting biedt voor haar eigen situatie. Het is goed alle mogelijkheden, inclusief voor- en nadelen, eerst in de praktijk te ervaren op basis van de juiste feiten en argumenten een bewuste keuze te maken voor het wel- of niet toepassen van slimme verlichting.

De gemeente kiest er op dit moment voor om geen slimme verlichting op al haar openbare
verlichting toe te passen. Wel zal geëxperimenteerd worden met slimme verlichting op de nieuwe snelfietsroute tussen Nederweert en Weert, en in één van de nieuwe woongebieden, om de vooren nadelen van deze systemen te ervaren.
De gemeente kiest ervoor dat armaturen bij nieuwbouw en vervanging van afgeschreven armaturen (nog) niet worden voorzien van een Zhaga connector, tenzij de armaturen standaard (af-fabriek) al zijn voorzien. Bij een van de 100 woningplannen gaan we een pilot uitvoeren met slimmere verlichting die voor de netbeheerder acceptabel is op een onbemeten net.

5. Uitvoeringsplan

Rekening houdend met voorgaande hoofdstukken zijn de volgende investeringen nodig. Hierbij dient opgemerkt te worden dat door het bijplaatsen van voorgestelde masten of vervangen armaturen niet voldaan wordt aan de verlichtingsrichtlijnen. Willen we hier wel aan voldoen, dienen veel meer masten bij geplaatst te worden en soms bestaande masten verplaatst te worden. Kiezen we voor te voldoen aan de richtlijnen vallen de investeringen fors hoger uit.

In november 2019 is een motie aangenomen om te bekijken of de verlichting in het buitengebied kan worden verbeterd door te voldoen aan de Nederlandse praktijkrichtlijn ‘Kwaliteitscriteria Openbare Verlichting’ NPR13201. Met name ter verbetering van de verkeersveiligheid, zonder verstoring van flora en fauna. Dit zal ook bijdragen aan de sociale veiligheid en leefbaarheid.

De richtlijn geeft de vrijheid aan gemeenten om ook voor donkerte te kiezen. Op dit moment is het buitengebied overwegend verlicht met orientatieverlichting bij clusters van woningen, gevaarlijke kruisingen en doorgaande wegen. Het is uit duurzaamheid en financiële overwegingen niet gewenst om de verlichting in het buitengebied verder te verdichten. Het bijplaatsen van lichtmasten, om de kwaliteit van de openbare verlichting te verbeteren, is zeer kostbaar. Aanschaf, installatie en aansluiting van lichtmasten bedraagt gemiddeld € 1.500 per lichtmast. De jaarlijkse exploitatiekosten
(onderhoud, beheer en energie- en netwerkkosten) bedragen ongeveer €40-45 per lichtmast.
Daarnaast is het ook nog van belang als er kabel ligt.

Door het bijplaatsen van enkele masten in lange straten in het buitengebied zal de sociale veiligheid (subjectief gevoel) en leefbaarheid nauwelijks verbeteren. Voor de verkeersveiligheid is geen extra verlichting noodzakelijk en kan indien nodig ook bebording en markering een goed alternatief zijn.

5.1. Verbeteren Openbare verlichting fietspad Meijelsedijk

De openbare verlichting langs het fietspad Meijelsedijk is gezien de grote mastafstanden onvoldoende. De dorpsraad heeft meermalen gevraagd de OV, met name voor het fietspad te verbeteren. Het is wenselijk de OVL van het gehele fietspad tot aan de grens met Meijel te verbeteren. Dit doen we door mastcombinaties bij te plaatsen en extra uithouders te maken aan bestaande masten (die nog geen uithouder richting fietspad hebben). Hier is een investering voor benodigd van € 58.500,-.

5.2. Verbeteren openbare verlichting Fietsroute Houtsweg-Schoor-Kraan

De openbare verlichting langs het fietspad Houtsweg is matig. De (fiets)route naar Weert via Schoor en Kraan (binnen de bebouwde kom) is erg matig. Door de OVL te verbeteren wordt de route in het donker aantrekkelijker. We vervangen een klein aantal armaturen en plaatsen mastcombinaties bij.
Door de aanpassing verbeteren we de fietsroute. Dit is ook een wens van Dorpsraad Nederweert-Eind. Hier is een investering voor benodigd van € 39.000,-.

5.3. Verbeteren openbare verlichting Ospelseweg

De verlichting van de Ospelseweg (buiten de bouwde kom) is matig. Deels heeft dit ook te maken met sommige armaturen die in de bomen staan. Het is wenselijk deze intensief gebruikte fietsroute te verbeteren door mastcombinaties tussen te plaatsen en sommige armaturen te vervangen, en snoeiwerk te verrichten. Hiervoor is een investering benodigd van € 13.000,-.

5.4. Verbeteren openbare verlichting Deckerstraat-Dorpstraat-Kerkstraat

De openbare verlichting langs het fietspad is gezien de grote mast afstanden erg matig. Het is wenselijk hier mastcombinaties tussen te plaatsen. Hiervoor is een investering benodigd van € 28.500,-

5.5. Verbeteren fietsroute Steer-Hulsen

Er zijn plannen om in het gebied Hulsenweg-Steer de nieuwe scouting te vestigen. Het is wenselijk de fietsroute vanaf Steer en Hulsenweg te verbeteren. Dan hoeven fietsers van Nederweert en Budschop (en Nederweert-Eind) de Randweg-Zuid N275 niet meer over te steken. De benodigde investeringen in de Openbare Verlichting zijn reeds in de begroting opgenomen bij het project Kanalenviersprong. Door het ontbreken van kabel langs de route Steer kan deze verlichting pas op zijn vroegst in 2024 aangelegd worden.

5.6. Wensen van de Dorpsraden

In het voorjaar zijn er wensen opgehaald bij de dorpsraden over de OVL. Diverse dorpsraden hebben de wens geuit diverse fietsverbindingen te verbeteren. Deze zijn gehonoreerd en in het uitvoeringsplan opgenomen. Bij de overige wensen heeft de gemeente een afweging gemaakt.
In de bijlage bij dit plan treft u de beoordeling van de verzoeken. Door het ontbreken van kabel zijn verzoeken soms te kostbaar.

Hier wordt een investering in 2023 voorgesteld van € 15.000,-., € 6000,- kan op 20 jaar afgeschreven worden en € 9000,- op 45 jaar.
Dit levert een jaarlast op van € 300,- (armaturen) en € 200,- (masten), totaal € 500,- vanaf 2024 enz.

5.7. Overige verbeteringen

In de vorige beleidsperiode is ingezet op verduurzaming van het OVL-areaal door armaturen te vervangen of om te bouwen naar LED. Voor de zgn. specials waren toen geen goede vervangers voorhanden. Nu zijn LED-vervangers gemeengoed en gaan dan nu deze spotjes e.d. vervangen door LED.
Lichtmasten die de leeftijd bereiken van 45 jaar en een lichtpunthoogte hebben vanaf 6,5m worden bemeten om de levensduur te verlengen. Kleinere masten worden visueel beoordeeld. Uit deze controle komen ieder jaar enkele masten om te vervangen.

In sommige straten staan 1e generatie LED-armaturen die veel te weinig licht geven. Het is wenselijk om deze armaturen te vervangen. Van een aantal armaturen is het niet duidelijk of deze verled zijn!

Gezien het voorgaande stellen we voor jaarlijks € 10.000,- op te nemen in het uitvoeringsprogramma voor de jaren van dit beleidsplan (2023-2027).

5.8. Exploitatielasten

Grofweg betalen we voor de Onderhoudskosten en beheerkosten € 55.000 en voor Energie en netwerkkosten € 92.000,-. Het budget in de begroting is groter omdat hier ook overige objecten zijn meegenomen en ook de jaarlasten van vorige investeringen in het budget van de openbare verlichting zijn meegenomen. Voor 2023 is een budget opgenomen van € 169.225,-

Door het vaststellen van de voornoemde verbeteringen neemt het OVL-areaal toe. De exploitatiekosten (beheer en energiekosten) nemen hierdoor met +/- € 4100,- toe.

Begin 2023 zullen de budgetten bijgesteld dienen te worden door de forse energiestijgingen en aangekondigde forse verhoging van netwerkkosten. Bij het realiseren van dit beleidsstuk waren de netwerkkosten 2023 nog niet bekend. Afhankelijk van het besluit van voornoemde gewenste areaaluitbreidingen voor de fietsroutes en wensen van de dorpsraden zal dan aan de gemeenteraad de gewenste budgetstijging worden voorgelegd.

Investeringen OV Beleidsplan 2023-2027
Krediet  2023Jaarlasten   
voorstelLocatieSoortInvestering2024202520262027
3Meijelse-
dijk
masten34.000756756756756
4Houtsweg Schroor-Kraanmasten29.000645645645645
5Ospelse-
weg
masten8.000178178178178
6Dorprstr.-Deckerstr.masten19.000423423423423
7Dorps-
raden
masten9.000201201201201
8Diverse*masten2.5002.5002.5002.5002.500
3Meijelse-
dijk
armaturen24.5001.2261.2261.2261.226
4Houtsweg Schroor-Kraanarmaturen10.000501501501501
5Ospelse-
weg
armaturen5.000251251251251
6Dorprstr.-Deckerstr.armaturen9.500476476476476
7Dorps-
raden
armaturen6.000301301301301
8Diverse*armaturen7.5007.5007.5007.5007.500
   14.95814.95814.95814.95814.958
*2024 t/m 2027      
exploitatie verhoging 4.1004.1004.1004.1004.100
afschrijving masten45 jaar     
afschrijving armaturen20 jaar     
rente0%     

6. Marktpartijen

6.1. Beheer

De gemeente is verantwoordelijk voor beleidsvorming en budgetbeheer met betrekking tot OVL. Als opdrachtgever is de gemeente verantwoordelijk voor het budget en worden overeenkomsten gesloten met derden voor projecten en onderhoud van OVL. Daarnaast is de gemeente het kenniscentrum voor strategisch beheer en verzorgt ambtelijke en bestuurlijke communicatie. De gemeente verzorgt ook het operationele beheer. Dit operationeel beheer bestaat uit storingsmanagement en areaalmutaties.

Het beheer van de openbare verlichting, het voorbereiden van werkzaamheden, het verlenen van de opdrachten en het contractmanagement wordt door de gemeentelijk OVL-beheerder uitgevoerd.

Voor de openbare verlichting wordt gebruik gemaakt van het (extern) digitaal OVL-beheersysteem liteWeb. Dit beheersysteem omvat het gehele storingsmanagement en workflow voor OVL. Voor correctief onderhoud: het proces vanaf de intake van storingsmeldingen tot en met de administratieve afhandeling van meldingen, inclusief mutatie van areaalgegevens en het opmaken van termijnstaten. Voor preventief onderhoud levert het systeem de periodieke onderhoudslijsten (schilderen, schouwen, inspecteren, reinigen en vervangingen).

De gemeente voert regie, bijgestaan door marktpartijen. Het dagelijkse administratieve beheer is bij Nobralux belegd. Er vindt controle op de kosten van de aannemer plaats, en wordt er steekproefsgewijs controle gedaan op de uitvoering.

6.2. Onderhoud

Om de OVL-installatie in een goede staat te houden, wordt deze onderhouden. Het onderhoud van de OVL wordt door een onderhoudsaannemer uitgevoerd. Deze werkzaamheden zijn recent middels een aanbesteding aan onderhoudsaannemer Spie gegund voor een periode van zes jaar, met ingangsdatum 1 januari 2023.

Bij het onderhouden van een installatie wordt rekening gehouden met de duurzaamheidscriteria ten aanzien van energieverbruik en belasting van het milieu:

  • Het zo veel als mogelijk gecombineerd uitvoeren van werkzaamheden met overige disciplines (bv het gebruik maken van wegafzettingen);
  • Het, op basis van kosten, baten en kwaliteit, planmatig en groepsgewijs vervangen van verlichtingsmiddelen op het meest economische moment (risico-gestuurd asset beheer);
  • Het toepassen van milieuvriendelijk geproduceerde materialen;
  • Het kiezen voor kwalitatief duurzame masten, armaturen en materialen;
  • Het zo veel als mogelijk hergebruiken van de vrijkomende materialen;
  • Het afvoeren van defecte lampen naar een erkende verwerker.

Storingen

Storingen aan de openbare verlichting worden gemeld volgens onderstaande:

  • Burger meldt storing bij LiteWeb
  • Beoordelen aanvullen storing info burger
  • Doorzettenaansturen en controleren van aannemer/netwerkbeheerder
  • Aannemer of Netwerkbeheerder lost de storing op
  • Afrekening via LiteWeb
  • Muteren afmelden in LiteWeb

De melding kan rechtstreeks bij de gemeente gemeld worden, maar ook online via het meldformulier van het beheersysteem of online en via de app van Fixi.
Storingen worden verholpen volgens het onderhoudscontract. Dit betreffen storingen aan het bovengrondse deel van de installatie wat in eigendom en beheer is bij de gemeente. In het geval dat de veiligheid in het geding is of een hinderlijke situatie aanwezig is, wordt direct gereageerd op de melding.

In het contract met de onderhoudsaannemer zijn de volgende prestatie-eisen afgesproken:

  • Urgente meldingen zoals schadegevallen. De aannemer krijgt binnen een kwartier een melding en gaat zo spoedig mogelijk (binnen 2 uur) ter plaatse (24/7). Binnen tien werkdagen dient er altijd een functioneel verlichtingsobject te zijn, eventueel met tijdelijke materialen indien levering langer op zich laat wachten.
  • Reguliere meldingen met hoge prioriteit. De aannemer dient binnen twee werkdagen een storing op te lossen.
  • Reguliere meldingen met lage prioriteit. De aannemer rijdt normaliter wekelijks een storingsronde om de storingen te verhelpen. De oplostijd van een bovengrondse storing bedraagt maximaal 10 werkdagen.
Eenmaal in de week rijdt onderhoudsaannemer Spie een storingsronde om de niet urgente (bovengrondse) storingen te verhelpen. Acute meldingen worden direct (binnen 2 uur veiligstellen) opgepakt.

Schade en molest

Het kan zijn dat een lichtmast wordt aangereden. Het herstel van schade (vandalisme, storm- en/of aanrijdschade) of vernieling aan openbare verlichting wordt middels een onderhoudscontract met een aannemer geregeld. De gemeente heeft een contract met een gespecialiseerd bedrijf (NODR) voor het verhalen van schade bij veroorzaker of Waarborgfonds. Jaarlijks worden er 50 à 60 lichtmasten aangereden in de gemeente Nederweert.

Als de veroorzaker bekend is - of wordt - dan kan de schade verhaald worden op zijn verzekeraar.
Als de veroorzaker onbekend blijft en de gemeente kan aantonen dat de schade is veroorzaakt door een motorvoertuig, dan kan de schade - onder bepaalde voorwaarden - worden verhaald bij het Waarborgfonds Motorverkeer. Voor deze schades wordt een eigen risico van € 250 per schade in rekening gebracht.

Het schadeverhaal is extern belegd bij NODR. Aanrijdschades worden - zoveel mogelijk - verhaald op de veroorzaker. Als deze onbekend blijft, worden schades verhaald bij het Waarborgfonds Motorverkeer. De kosten die worden verhaald, zijn de concrete kosten uit het onderhoudsbestek.

6.3 Netbeheerder

Als de oorzaak van een storing zich in het ondergrondse net bevindt, wordt de storing bij Enexis gemeld. Afhandeling van ondergrondse storingen geschiedt buiten de beïnvloedingssfeer van de onderhoudsaannemer. Enexis hanteert de volgende categorieën:

Storingscategorieën

Is er een melding van een ondergrondse storing, dan kent Enexis Netwerkbeheer de categorie toe waarin de storing valt. Deze categorie bepaalt binnen hoeveel tijd de storing wordt opgelost.

CategorieOmschrijvingNorm
UrgentEen OVL-storing die leidt tot een direct gevaarlijke situatie zoals:
  • Gevaar voor elektrocutie
  • Een gevaarlijke verkeerssituatie (op aangeven van de lokale politie of gemeente)
  • Een situatie waarbij de sociale veiligheid van burgers in gevaar is (op aangeven van de lokale politie of gemeente)
Binnen 2 uur ter plaatse en zo snel mogelijk de gevaarlijke situatie opheffen
RegulierEen OVL-storing die niet leidt tot een direct gevaarlijke situatie:
  • Defecte netzekering
  • Kabelstoring in seperate netkabel
  • Kabelstoring in gecombineerde kabel
  • Defect aansluitblok
  • 4 werkdagen
  • 6 werkdagen
  • 8 werkdagen
  • 4 werkdagen

Bron: ovlportaal.app.enexis.nl

De verwachte oplosdatum van een storing wordt via de OVL-portaal van Enexis gecommuniceerd.
Hoewel het voor de gemeente altijd mogelijk is om bepaalde storingen extra prioriteit te geven, kan de doorlooptijd van complexere ondergrondse storingen langer zijn vanwege de inzet van specifiek personeel en materieel (meetploeg en meetwagen)en onduidelijke meldingen.

In 2023 zal netbeheerder Enexis het TF-stuursignaal (voor het in- en uitschakelen van de openbare verlichting) vervangen door zgn. Dali-boxen. Hiermee worden de netwerkstoringen door TF-storing (het niet in- of uitschakelen) verminderd.
De Dali-boxen zullen op termijn ook geschikt zijn om per ontstekingspunt schakeltijden aan te passen.
De gemeente maakt gebruik van het onbemeten OVL-net van Enexis. Verbruik wordt afgerekend op basis van kwartaal-opgave van opgesteld vermogen, brandroosters en dimregimes. Het gebruik van toekomstige slimmere verlichting wordt beperkt doordat we een onbemeten net hebben.
Voor het bemeten van het net zijn hier kosten aan verbonden. Per ontstekingspunt bedragen de kosten (in 2022) voor aanleg ongeveer € 182,- en betaalt de gemeente jaarlijks ongeveer extra € 31,- voor meterhuur en uitlezen van meterstanden (meterdienst).

De openbare verlichting in Nederweert wordt gevoed vanuit ongeveer 200 ontstekingspunten.
Ombouw naar een bemeten net kost ongeveer 200 x € 182,- = € 36.400,-.
De jaarlijkse kosten voor meterdienst bedragen 200 x € 32,- = € 6.400,-.

In deze planperiode gaan we het OVL net niet bemeten.

6.4. Stabiliteitsmeting

De openbare verlichting heeft een theoretische levensduur. De masten worden afgeschreven in maximaal 45 jaar. Het werkelijke vervangingsmoment wordt bepaald door het resultaat van de visuele en kwalitatieve inspectie van de mast door middel van stabiliteitsmeting, uitgevoerd door een gespecialiseerd meetbedrijf Normec Reilux. De technische levensduur is mede afhankelijk van de locatie van de lichtmast en de bodemgesteldheid.

De gemeente maakt gebruik van thermisch verzinkte stalen masten, die financieel in 45 jaar worden afgeschreven. Als lichtmasten (met lichtpunthoogte ≥6,5m) langer dan 45 jaar staan, dan wordt de stabiliteit van de mast gemeten. Goedgekeurde masten worden door het meetbedrijf voor zes jaar gegarandeerd, afgekeurde masten worden vervangen. Door stabiliteitsmeting structureel onderdeel van beheer en onderhoud te maken, wordt het vervangingsmoment van lichtmasten verantwoord uitgesteld op basis van de verleende garantie en duurzaamheid bevorderd. Masten < 6,5, de zgn. paaltop masten, worden visueel gecontroleerd als de ouderdom 45 jaar is Masten ouder dan 60 jaar worden in principe altijd vervangen.

De gemeente maakt structureel gebruik van stabiliteitsmetingen om de toestand van lichtmast ouder dan 45 jaar en hoger dan 6,5 meter te bepalen. Overige masten ouder dan 45 jaar worden visueel gecontroleerd.